Het aantal dodelijk verongelukte motorrijders was in 2024 relatief hoger dan de voorgaande 10 jaar. Met 56 verkeersdoden was vorig jaar daarmee een negatieve uitschieter voor motorrijders, nadat het cijfer sinds 2015 tussen de 42 en 55 schommelde. Over langere tijd bekeken is het aantal dodelijke verkeersongevallen bij motorrijders, vooral in de periode 1996-2015, gedaald van 100 naar ongeveer 50 per jaar. Dit blijkt uit bewerking van de kille cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vandaag bekend maakte.
Meer motorrijders en fietsers, minder automobilisten
In 2024 kwamen er in Nederland 675 mensen om het leven bij een verkeersongeval, dat zijn er iets (9) minder dan een jaar eerder. De meeste slachtoffers zijn fietsers: 246, waarvan een aanzienlijk deel op een e-bike reed. Het aantal verongelukte fietsers en motorrijders stijgt dus, terwijl het aantal automobilisten juist daalt. Het totale aantal verkeersdoden is in 2024 nog steeds met maar liefst 42 procent gedaald ten opzichte van 2000.
Vergelijking
Er zijn 1,6 miljoen Nederlanders met een motorrijbewijs, waarvan vorig jaar 0,004% verongelukte. Bij de 11,8 miljoen mensen met een autorijbewijs was dat aantal 0,002%. Toch is het bijzonder moeilijk om de cijfers van motorrijders te vergelijken met andere verkeersdeelnemers. Hoofdoorzaak is dat het aantal gereden kilometers met motorfietsen niet regelmatig gemeten wordt, waardoor alleen de cijfers qua kentekens of rijbewijzen vergeleken worden, zonder naar de daadwerkelijke inzet ervan te kijken.
Jarenlange daling
Onder motorrijders is in de afgelopen decennia een sterke daling van 41% te zien in het aantal verkeersdoden. In 2024 waren omgekomen motorrijders nog 8,3% van het totaal aan dodelijke verkeersslachtoffers, bestuurders of inzittenden van een auto 32,6% en fietsers 36,4%. Van de slachtoffers onder berijders van een motorfiets waren 53 mannen en 3 vrouwen. Dat maakt mannelijke motordoden 11,1% van totaal aantal verkeersdoden en vrouwen 1,5%. Qua leeftijd was er een daling bij de groep onder 30 jaar, maar een stijging bij 60-plussers. Dat laatste getal loopt al 10 jaar op.
De meeste motordoden vielen ook vorig jaar weer in de leeftijdscategorieën 20-30 jaar en 30-40. De leeftijdscategorie 20-30 jaar is altijd al de leeftijd waarin de meeste ongevallen met dodelijke afloop zijn. In de leeftijdscategorie tot 20 jaar is zowel in 2023 als in 2024 één motorrijder om het leven gekomen.
Leeftijd dodelijke ongevallen motorrijders 2024:
<20 | 1,70% |
20-30 jaar | 33,90% |
30-40 jaar | 21,40% |
<40 jaar | 57,10% |
>50jaar | 35,70% |
>60jaar | 21,40% |
Oorzaken
De stijging in het aantal motordoden is wellicht terug te voeren naar de stijgende populariteit die het motorrijden de afgelopen jaren doormaakt. Het aantal motoren in Nederland is immers sterk gestegen, net als het aantal mensen dat een motorrijbewijs heeft gehaald. Maar, de opvallende trend dat motorrijders en fietsers meer overkomt en automobilisten juist minder, geeft ook stof tot nadenken. Bij motoren is bij 55% van de dodelijke ongevallen immers een ander voertuig betrokken. Bij auto’s is dat minder: 43%.


Altijd op de hoogte blijven van al het motornieuws? Abonneer je op de gratis, 100% spamvrije nieuwsbrief
Inschrijven