Skip to main content

BPM verhoging elektrische motoren teruggedraaid

Op 24 juni 2025 is middels een publicatie in de staatscourant bekendgemaakt dat het BPM tarief van 19.4%, welke op 1 januari van dit jaar is ingevoerd, grotendeels wordt teruggedraaid. Voor elektrische motorfietsen wordt een vaste voet ingevoerd binnen de BPM wetgeving. Dit betekent dat er vanaf 1 juli sprake is van een vast BPM bedrag, dat vastgesteld is op € 200. Per 1 januari 2026 vervalt deze regeling.

Groot verschil tussen emissievrije personenauto’s en motoren

Het terugdraaien volgt op de discussie dat een onevenredig verschil ontstaan is tussen verschillende voertuigtypen. Voor personenauto’s zonder uitstoot was al eerder sprake van een vaste voet binnen de BPM wetgeving, die vastgesteld is op € 667. Bij motoren wordt standaard de BPM berekend op basis van de catalogusprijs, middels het percentage van 19.4%. De uitzondering voor emissievrije motorfietsen kwam begin dit jaar te vervallen.  Het gevolg hiervan was dat het BPM bedrag voor elektrische motoren daarmee hoger uit kwam dan voor elektrische personenauto’s.

Rekenwijze BPM met terugwerkende kracht aangepast

Vanwege deze rekenmethode werden emissievrije motorfietsen onevenredig zwaar belast. Hierom is besloten om met terugwerkende kracht deze aanpassing terug te draaien. Dit betekent dat voor elektrische motoren, die vanaf 1 juli geregistreerd worden, te maken gaan krijgen met een vast BPM bedrag. Deze bedraagt dan € 200 in plaats van 19.4% van de catalogusprijs. Hieruit volgt dat elektrische motorfietsen aanzienlijk goedkoper in aanschaf worden. 

Eigenaren van emissievrije motorfietsen, die in Nederland geregistreerd zijn tussen 1 januari 2025 en 31 juni 2025, hebben recht op gedeeltelijke teruggaaf van de betaalde BPM. Per 1 januari 2026 vervalt deze regeling.



Nieuwsbrief Signup

Altijd op de hoogte blijven van al het motornieuws? Abonneer je op de gratis, 100% spamvrije nieuwsbrief


Inschrijven